18 april 2012

Over de Minivoeler

Daar op die Albert Heijn marketingafdeling zitten me toch een paar knappe koppen bij elkaar, hoor.
Afgelopen zomer vulden we met veel geruil en onderlinge strijd het Superdierenboek.
Vond ik een goede actie. Leerzaam enzo.
Daar schreef ik ook een logje over.
Laatst hadden we nog de Muppet-actie, waar je kon sparen voor Muppethandpoppen.
Ha! Dacht ik. Eindelijk een actie die vast niet zo goed loopt.
Omdat ik dacht dat Muppets meer van mijn tijd waren. Ik ken geen kind dat momenteel wel eens naar de Muppetshow kijkt. Is het nog wel op tv eigenlijk?
Niet was minder waar. Ook die actie liep als een trein en Olivia en Tijl spelen nog elke dag met Fozzy en Kermit en elke avond moet ik 'met Fozzy praten'.
Dat is dat ik mijn hand in Fozzy's eh..gat stop en dan met een gekke stem nog gekkere dingen zeg.
Ze gaan er dan zó in op dat Fozzy niet meer mijn verstopte hand is, maar écht Fozzy!
Met een heus karakter en gevoelens en eigenaardigheden.
Het komt dan wel eens voor dat ze tijdens mijn malle gebrabbel vragen om even een glaasje water voor Fozzy te gaan halen. Of dat ik even dat boek kan wegleggen.
Tja. Wat kan ik zeggen? Ik ben de handpuppetmaster.
Niet in de huren voor feesten en partijen.


Goed.
Nu dus. De Mini's. Gepaste stilte.
Ik had aanvankelijk geen idee wat er in die zakjes bij de kassa zat. 'Ja joh, doe maar een mini.' zei ik en opende ongeïnteresseerd het zakje.
Ja. Maar tóen! Wat ik toen zag?! Een ieniminie uitvoering van een pannenkoekenmix!
Een kleine levensecht pannenkoekenmixje! Léuk! En een mini Nivea! Aah! Schattiiiig!
Luister. U moet weten. Ik ben van kinds af aan al dol op miniatuurdingetjes.
Dat zal wel een meisjesdingetje zijn. Als peuter zat ik al verlekkerd te kijken naar de kleine mensjes en gebouwen in Madurodam.
Later op de lagere school ging ik eens spelen bij Doreen.
Doreen had een speelzolder. En op de speelzolder was een schommel aan de balken gemonteerd, wat heel cool was natuurlijk, maar er stond ook een prachtig houten winkeltje.
Met allemaal miniverpakkingen. Ik kan me zelfs een mini Maggi herinneren die ze had geprobeerd te vullen dus altijd aan je vingers plakte als je 'm vasthield.
Ik vond het machtig mooi. En ik was jaloers. Ik wilde dat ook. Of op z'n minst één klein miniboodschapje uit dat minimandje.
Voor ik het wist, had ik een miniatuur doosje bouillonblokjes in mijn broekzak gestopt.
*massaal oeh-geluid* De juvenile delinquent!!
Het doosje gloeide in m'n zak en om mijn zenuwen kwijt te raken, ging ik rare wilde dingen doen op de schommel. Mind you, ik was een jaar of 10 hè.
Ik ging ondersteboven aan een houten balk hangen en floeps, very clever, daar viel het doosje uit mijn zak.
Doreen zag het, raapte het op en legde het zonder iets te zeggen terug in haar winkeltje.
Schaamrood en geen lang beschoren vriendschap.
Doreen verhuisde trouwens vrij snel daarna. Was ik toen best blij om. Haha.

Lang verhaal kort. Ik ben dól op de mini's!
Vandaag had ik echt zín in de Grote Boodschappen want dat zou een fiks aantal mini's opleveren.
Eentje voor elke 15 euro hè, jaja, de Albert EinstHeyns.
Gisteren sjanste ik nog met de mannelijke kassier, met een bijna pensioengerechtigde leeftijd, omdat ik voor zes euro boodschappen deed en toch een mini wilde.
Dat lukte overigens. 'Omdat u zo knap bent.' zei hij. En ik grijnsde mijn tanden bloot.
Dus vandaag kwijlde ik hebberig toen ik mijn volgeladen kar ging afrekenen.
Bij de scankassa, dat is het moderne betaalsysteem van onze Albert Heyn, stond een personeelslid met een klant te praten.
Hij voelde aan de gesloten minizakjes, noemde een product en gaf het aan de klant.
'Joh!', riep ik. 'Doe jij voelen?!'
Jazeker mensen, hij deed voelen.
Ik duwde de vorige klant aan de kant en liet de Minivoeler een graai doen in de minidoos.
'Ik mag er zes. Voelen jij!'
Gehoorzaam betastte de knaap het zakje, duwde er voorzichtig in, staarde even naar het plafond en zei nadenkend: 'De toetjes.'
'Heb ik nog niet. Geef maar hier. Volgende!
'Dit zijn ehm...even voelen hoor...'
'Ja, voel maar lekker.'
'Dit is de Nutella.' Jos Brink draaide zich bijna om in z'n graf van blijdschap.
'Heb ik er al twee van. Andere!'
'Blikje knakworstje.'
'Die moe'k nog! Hier d'r mee!'
En zo ging het door. Geweldig! De Minivoeler.
'Over jou ga ik een stukje schrijven,' zei ik.
'Ohjee.' zei de jongeman.

En zo geschiedde.
Mijn lievelings is het zakje paprikachips.

ps. mijn kinderen vinden de mini's ook heel leuk.
Tijl houdt zelfs de voorraden bij.



Hij leeft, hij leeft, hij leeft!

‘Hij is opgestaan, hij is opgestaan, hij leeft hij leeft hij leeft!’
Twee ijle stemmetjes schalden dit lied door de badkamer de afgelopen paasdagen. 
En aan tafel. En op de fiets. 
Hij leeft, hij leeft, hij leeft? Vroeg ik me af. 
Ik liet wat Justin Bieberhits de revue passeren, Ralf Mackenbach misschien of de laatste van K3? 
Neen, ik kon me deze teksten niet herinneren. 
Ook had ik ze niet onlangs naar Goede Tijden laten kijken waar de zoveelste doodgewaande hoofdrolspeler weer tot ieders verbazing uit de dood herrees.

‘Hee joh, zei ik. Wie is er opgestaan?’ Ja, dúh, Jézus natuurlijk. Oh. Aha. Jezus. Natuurlijk. 

Mijn dochter keek er heel vroom bij en ik durfde te zweren een aureool boven mijn zoons hoofd te zien… 
In periodes van Christelijke feestdagen word ik geconfronteerd met onze keuze voor een Christelijke basisschool. 
Nu was het niet echt een keuze. 
Eigenlijk heb ik uit puur gemak gekozen voor de school waar mijn kinderen momenteel les krijgen. 
De school ligt op 50 seconden fietsen van ons huis. 
Te voet 2 minuten en 34 seconden. 
Exact de tijd die ik nodig blijk te hebben om vergeten gymtassen uit onze gang te grissen en nog voor de eerste bel weer terug te zijn.


Lees verder --> KLIK!

16 april 2012

Leaving the comfort zone

Smokey Robinson en de Miracles zingen over de tranen van een clown.
Vandaag luister ik vrijwillig naar Radio 2.
Vanachter het bureau dat de afgelopen 13 maanden mijn plekje was op dat gekke Jiskefeteske kantoor met de dito collega's.
Ik luister vrijwillig omdat dit de laatste dag is dat ik hier zit en ik de Office Experience ten volste wil ervaren.
Hahaha.
Nonsens.
Ik ben mijn earplugs vergeten. Eerpluks.
Maar het is wel mijn laatste dag hier. Ik heb zowaar een Andere Baan gevonden.
Een dynamische. Een afwisselende. Bij een jong groeiend bedrijf.
En dat is héél leuk!
Tegelijkertijd schijt ik stiekem ook een beetje in mijn stringetje hoor. (bah..visual...)
Want tegelijk met het zetten van mijn handtekening onder dat contract, trok ik mezelf ook hardhandig uit mijn comfort zone.
Zo, hóp het onbekende in.
Meer verschillend dan dat ik het afgelopen jaar, de afgelopen jarén, gewend ben, kan het niet zijn.
Elke dag naar kantoor, zelfde plekje, zelfde werk, zelfde mensen, zelfde uitzicht.
Op dezelfde tijden, dezelfde uren, koffie uit hetzelfde kopje.
Makkelijk, vertrouwd en veilig.
En dadelijk is het elke dag anders, rij ik van hot naar her, heb ik hopelijk ergens een tafeltje waar ik mijn laptop (!) kan neerzetten en krijg ik hopelijk koffie uit zoveel mogelijk verschillende bekers.
Daarbij en niet geheel onbelangrijk ga ik iets doen waarvan ik niet zeker weet of ik er goed in ben.
Dat is dan best eng.
Maar hee. Het is ik! En daar onder de vermomming van een kantoorjuf zit, natuurlijk naast een Russische undercoveragente, ook nog eens een eagerbeaver met een enthousiasme van heb-ik-jou-daar, die al een afspraak maakte bij een klant terwijl ze nog niet eens in dienst is.
Haha. Uitslover.

Iemand op Twitter vroeg me: Joh, je gaat sales doen? Vind je dat leuker dan schrijven?
Daar moest ik toch even het romantische beeld dat ze over mij had aan stukken slaan. Och erm.
Neen, ik zit niet de hele dag met een gepijnigde blik naar een typemachine te staren.
Neen, ik word niet heel rijk van het schrijven van 1 (!) column per maand.
En neen, ik ben niet bezig met mijn memoires waar een uitgever dus niet nú al een half miljoen voor heeft betaald en waar ook niet de filmrechten voor zijn verkocht.
Welnee. Ik werk gewoon. Een baan. Op een kantoor. Voor een baas. Gewoon in het keurslijf.
Zoals het merendeel van de mensen. Omdat we dat moeten om een hypotheek te betalen of gewoon, heel gek, omdat we dat willen.
Schrijven doe ik erbij. Graag zoveel mogelijk.

Goed. Ik dwaalde even af.
Ik ga luisteren naar de Doobie Brothers, mijn bijna ex-collega's nog eens trakteren op een rondje koffie en ze een aaitje over de gekke bolletjes geven.
De collega's dan. Niet de Doobie Brothers.
Die hebben vast vet haar.
Bah.

2 april 2012

Marijke Helwegendag

Nu het langzaam herfst wordt en we ons gezellig scharen rond de kachel, waar kleine Teun gisteren nog fiks zijn vingertjes aan brandde en waarna we ons met gezwinde spoed naar het brandwondencentrum moesten haasten. Waar de dokter ons verzekerde dat alles goed gaat komen, want er is wat huid van zijn spekbillen gesneden en dat wordt over een tijdje een nieuw vingerto...

Nouja. Ik dwaal af.
Zo blijkt wel weer. Ik ben niet goed in verhalen schrijven.
Of tenminste, dat denk ik. Of nee wacht, ik verschuil me daar een beetje achter.
'Je moet een boek schrijven!', roept een enkeling met hersenbeschadiging wel eens tegen me.
'Nee', zeg ik dan. 'Dat kan ik niet. Ik ben een korte afstandsschrijver. Lange afstanden kan ik niet.'
Ben ik best trots op, dat zelf bedachte woord 'korte afstandsschrijver'.
En ik denk ook echt dat dat zo is. Ik maak mij geen illusies.
Een 'makkelijke pen' is niet hetzelfde als 'schrijftalent'.
Trouwens. Een makkelijke pen?
'Heb jij een makkelijke pen? Reageer dan op deze vacature!'
Ja, kut. Ik heb alleen maar deze heel ongemakkelijke pen. Die ligt niks niet lekker in de hand! En hij lekt ook nog! Wat nu?!
Zo las ik deze week Bonita Avenue uit, van Peter Buwalda.
Zijn debuutroman van 543 bladzijdes.
Over schrijftalent gesproken.
Man, man, wat een tóestanden in dat boek. Ik had er wel duizend-en-één vragen over, waarop mijn echtgenoot na mijn zoveelste vertwijfelde uitroep voorstelde dat ik anders Peter maar even moest bellen om antwoord te krijgen waarom Joni Sigerius het briefje dat haar opgehangen vader voor haar schreef, niet las maar verscheurde.
Oh. Spoiler alert. Sorry. Heeft iemand het telefoonnummer van Peter?
Nou ja. Ik vond het een goed boek. Verrassend en geschreven met een ietwat zieke geest.
Kijk! Dát heb ik dan weer wel, dus wat dat betreft...
Nee, laat mij maar lezer zijn in plaats van schrijver.
Het volgende boek dat op het programma staat, is De Hongerspelen. Ik kijk er naar uit.

Ondertussen was het gisteren weer 1 april.
Voor mensen met kinderen een dag om van zeven uur 's ochtends tot zeven uur 's avonds continue verbazing te veinzen.
Marijke Helwegendag.
Om 6.57 uur werd ik wakker met de opengesperde mond van Kermit de Handpop op mijn gezicht.
'Waarom dóen jullie dit?!' slaapmompelde ik en de kinderen gierden van je 1aprilkikkerinjebil.
Nog een geluk dat ik de pop niet ergens anders, nouja, u snapt het.
Later stond Sinterklaas nog voor de deur, liep er een spin op mijn schouder, kreeg ik een prachtige blanco tekening, moest ik écht komen kijken want in de tuin liepen twee póepjes (....) etcetera etcetera.
En maar uitgelachen worden hè. Ja mensen, het ouderschap, je moet veel slikken.
's Middags zei ik tegen Olivia: 'Weet je wat, ik ga vanmiddag naar de stad en wat dacht je ervan als ik nú al die Nintendo ga halen?'
'Nu al!?'schuimbekte ze van dolle vreugde.
Ja en heel gek, maar de 'ÉÉN APRIL!!!' die ik toen triomfantelijk uitriep, werd niet zo goed ontvangen.
Hm. Ja kom op, hee. Incasseren moet je leren, hè!
Die Nintendo kocht ik trouwens inderdaad gistermiddag al. Maar dat hoeft zij niet te weten.
Het ding moet nog even een hidden treasure blijven.
Voor haar dan, want ik heb er gisteravond misschien even op gespeeld.
Overigens laat mijn gezonde verstand me wel altijd in de steek bij de 1 aprilgrappen die de school elk jaar  bedenkt.
Zo kregen we vorig jaar te horen dat we vanwege bezuinigingen vanaf 1 april zelf wc-rollen moesten meenemen. 'Zet u, om verwarring te voorkomen, even de naam van uw kind op de rol?'
Dit keer werd iedereen via de nieuwsbrief gevraagd om zondag 1 april het schoolplein aan te komen vegen.
Er lag veel zand dat steeds mee naar binnen werd gelopen en 'Vele handen maken licht werk, tot zondag!'
In beide gevallen reageerde ik hoogst verontwaardigd.
Waren ze nu helemaal gék geworden?!
Door mijn luie inborst voerde ik beide acties echter niet uit, waardoor ik later luid kon mee lachen en honend 'nee inderdaad, daar trapt toch niemand in!' kon roepen.
Ik had er nog een klets op de dij aan kunnen toevoegen, maar je moet bij dit soort dingen altijd even kijken dat je niet net over het randje gaat, om je geloofwaardigheid te kunnen behouden.
Dus.

Nog iets?
*schudt nieuwe iPhone leeg* Wat fotootjes misschien.


 
                                                    Tijl blij met 'oude' iPhone                                                 Paastakmeissie

                                                                Ssst!                                                                            Earth Hour