Ik zag laatst een aflevering van I used to be fat. Dat gaat, zoals de titel al verraad, over jongeren die te dik zijn en graag de zin ‘I used to be fat’ willen uitspreken en dat het dan ook echt zo is.
Er was een 16-jarige jongen die een gesprek met zijn moeder aan ging en haar schoorvoetend vertelde dat hij het niet zo fijn vond als zij hem speels in zijn buik kneep. Zijn moeder was stomverbaasd. ‘Maar dat vond je altijd zo leuk als kind! Je ging er altijd van schaterlachen toen je een baby was.’ Moeder had waarschijnlijk haar ogen gesloten voor het feit dat er 16 jaar voorbij waren gegaan en het babyvet was veranderd in pizzametsupersizecola-blubber.
Ze beloofde, met een snik in haar keel, het niet meer te doen en ik wilde ‘WOMAN! Let go!’ tegen de televisie roepen. Maar dat deed ik niet. ‘I’m a man now. But I do love you,’ zei de zoon sussend en toen snikte ik zelf ook bijna. Ik kan het me helemaal voorstellen. Dat loslaten, zelfs al zit je zoon daar, in al zijn omvang met een baseball-petje op zijn hoofd en een beginnend snorretje onder zijn lip, heel moeilijk is. Dat zelfde hoofd dat je al jaren liefdevol kust, als het slaapt, als het zich pijn heeft gedaan, als het verdriet heeft.
Lees verder ---> klik
1 opmerking:
loslaten... help!
Nog veel te leren, maar ben blij dat ik niet de enige ben.
Een reactie posten