16 september 2014

Sinterklaas kan opgehaald worden bij de ballenbak



Situatieschets:
Christusdruk Ikea-op-zondag-restaurant, de geur van Zweedse ballen, gemixte cöla, gravad lax, je kent het wel.
Echtgenoot, die zich er makkelijk van af maakt: 'Tijl wil je wat vragen.'

Tijl: Die cadeautjes hè. Van Sinterklaas. Koopt hij die (hij...onrespectvol 'hij'.) of doen de ouders dat?'
Ik, opvoedkundige van de top shell: 'Wat denk je zelf?'

Hierna volgen 24 seconden van elkaar zwijgend aanstaren, de ogen vormen zich langzaam tot spleetjes. Vierentwintig seconden waarin ik afweeg, ga ik nog meedoen met die kul, nu de gard, de knecht én zelfs de kaatseballen dreigen te verdwijnen? En ik nog altijd wacht op een bromtol met een zweep erbij?
Maak ik hier, nu, in het geelblauwe meubelparadijs een einde aan de magie van vol verwachting?
De roe is ook al weg, in de zak gaan geen stoute kinderen meer, het hele dreig-element, het leukste van alles I might add, is er dadelijk toch niet meer.
Dus. Staak ik mijn wild geraas? Makkers? Nou? NOU?

Tijl: Ah. Jajajaja. Ja zie je wel.
Ik, die me er makkelijk van af maakt: Ja.

Natuurlijk gaf ik nog wat verantwoorde uitleg enzo en waarschuwde het mannetje zijn mond te houden op school. Er lopen tenslotte nog genoeg gelovigen rond in groep 4.

Gisteravond, aan tafel.
Ik: Hee mannetje. Je hebt toch niks gezegd over dat verhaal van Sniklaas he?
Tijl: Neuh. Ja. Nou. Alleen tegen G. Maar die wist het al.
Ik: Hm! En....hoe wist je dan dat G. het al wist?
Tijl: Nou, omdat ik vroeg: Geloof jij nog in Sinterklaas?
.......


'Oh trouwens. Nog bedankt dan hè. Voor al die cadeautjes.'

Joe.

5 februari 2014

Van babyvet naar pizzametsupersizecola-blubber

Ik zag laatst een aflevering van I used to be fat. Dat gaat, zoals de titel al verraad, over jongeren die te dik zijn en graag de zin ‘I used to be fat’ willen uitspreken en dat het dan ook echt zo is.
Er was een 16-jarige jongen die een gesprek met zijn moeder aan ging en haar schoorvoetend vertelde dat hij het niet zo fijn vond als zij hem speels in zijn buik kneep. Zijn moeder was stomverbaasd. ‘Maar dat vond je altijd zo leuk als kind! Je ging er altijd van schaterlachen toen je een baby was.’ Moeder had waarschijnlijk haar ogen gesloten voor het feit dat er 16 jaar voorbij waren gegaan en het babyvet was veranderd in pizzametsupersizecola-blubber.

Ze beloofde, met een snik in haar keel, het niet meer te doen en ik wilde ‘WOMAN! Let go!’ tegen de televisie roepen. Maar dat deed ik niet. ‘I’m a man now. But I do love you,’ zei de zoon sussend en toen snikte ik zelf ook bijna. Ik kan het me helemaal voorstellen. Dat loslaten, zelfs al zit je zoon daar, in al zijn omvang met een baseball-petje op zijn hoofd en een beginnend snorretje onder zijn lip, heel moeilijk is. Dat zelfde hoofd dat je al jaren liefdevol kust, als het slaapt, als het zich pijn heeft gedaan, als het verdriet heeft.

Lees verder ---> klik