Situatieschets:
Christusdruk Ikea-op-zondag-restaurant, de geur van Zweedse ballen, gemixte cöla, gravad lax, je kent het wel.
Echtgenoot, die zich er makkelijk van af maakt: 'Tijl wil je wat vragen.'
Tijl: Die cadeautjes hè. Van Sinterklaas. Koopt hij die (hij...onrespectvol 'hij'.) of doen de ouders dat?'
Ik, opvoedkundige van de top shell: 'Wat denk je zelf?'
Hierna volgen 24 seconden van elkaar zwijgend aanstaren, de ogen vormen zich langzaam tot spleetjes. Vierentwintig seconden waarin ik afweeg, ga ik nog meedoen met die kul, nu de gard, de knecht én zelfs de kaatseballen dreigen te verdwijnen? En ik nog altijd wacht op een bromtol met een zweep erbij?
Maak ik hier, nu, in het geelblauwe meubelparadijs een einde aan de magie van vol verwachting?
De roe is ook al weg, in de zak gaan geen stoute kinderen meer, het hele dreig-element, het leukste van alles I might add, is er dadelijk toch niet meer.
Dus. Staak ik mijn wild geraas? Makkers? Nou? NOU?
Tijl: Ah. Jajajaja. Ja zie je wel.
Ik, die me er makkelijk van af maakt: Ja.
Natuurlijk gaf ik nog wat verantwoorde uitleg enzo en waarschuwde het mannetje zijn mond te houden op school. Er lopen tenslotte nog genoeg gelovigen rond in groep 4.
Gisteravond, aan tafel.
Ik: Hee mannetje. Je hebt toch niks gezegd over dat verhaal van Sniklaas he?
Tijl: Neuh. Ja. Nou. Alleen tegen G. Maar die wist het al.
Ik: Hm! En....hoe wist je dan dat G. het al wist?
Tijl: Nou, omdat ik vroeg: Geloof jij nog in Sinterklaas?
.......
'Oh trouwens. Nog bedankt dan hè. Voor al die cadeautjes.'
Joe.